Welkom op de website van de 41e Herstel Compagnie Detachement Hohne! |
Waarom werd de 41e Brigade Veertig jaar geleden in Seedorf gestationeerd ?Op 15 december 1960 werd in 't Harde, onder commando van Kolonel J.A.C. Bartels, de Lichte Brigade opgericht. 102 en 103 Verkenningsbataljon vormden samen met drie compagnieën commandotroepen en een geniebataljon de hoofdmoot van deze brigade, die zich in het geval van een conflict zo snel mogelijk naar de Weser moest verplaatsen om daar de taak van de derde Duitse Pantserdivisie over te nemen. Deze taak bestond uit het beveiligen van de opmars en de ontplooiing van het Nederlandse Legerkorps. In september 1961, toen vaststond dat de brigade voor minimaal drie maanden naar de BRD zou vertrekken, werd zij versterkt met extra genie- eenheden, verbindingstroepen en een vlucht lichte vliegtuigen, waarmee de omvang op ongeveer 3.500 man kwam.De Nederlandse regering wenst deze vooruitgeschoven stationering overigens los te zien vaneen eventuele permanente legering van een pantserinfanteriebrigade in de BRD. Daarvoor waren de problemen nog te groot. Toenmalig staatssecretaris Calmeyer wees met regelmaat op de hoge kosten. Op 18 oktober was de legering van de versterkte Lichte Brigade in Hohne en Fallingbostel een feit. Calmeyer had de dag daarvoor in de vroege ochtenduren bij de brug van Deventer de troepen uitgeleiden gedaan. Tot het einde van 1961 bleef de gehele eenheid in Duitsland. Daarna trad een roulatieschema in werking, waarbij de verkenningsbataljons elkaar om de drie maanden aflosten. Om de brigade op sterkte te houden werd nu ook elke drie maanden een tankbataljon naar de BRD gestuurd. In het najaar van 1961 sloegen overigens nog veel meer Nederlandse soldaten op de Lüneburger Heide hun bivak op, omdat in totaal drie pantserinfanteriebrigades er gingen oefenen. Onder normale omstandigheden zouden deze naar La Courtine zijn gegaan. Intussen had de legerleiding de discussie met de SACEUR (de hoogste bevelhebber van de NAVO in Europa) en de Duitse autoriteiten over een legering op meer permanente basis hervat. In Nederland leken de financiele bezwaren nu minder groot dan voor augustus 1961, maar Calmeyer bleef vooralsnog van mening dat de Lichte Brigade terug naar Nederland moest zodra de spanning was verminderd.Dit standpunt gaf hij pas op, toen begin 1962 van Duitse zijde een voor Nederland in financieel opzicht aanvaardbaar voorstel werd ingebracht, namelijk een kazerneruil met gesloten beurzen. Bovendien boden de Duitsers oefenterreinen aan, waaraan het Nederlandse Leger zo'n gebrek Hoewel SACEUR liever had gezien dat Nederland een gehele divisie naar de BRD zou overbrengen, was hij toch tevreden met deze oplossing die de legering van ruim drieduizend man mogelijk zou maken. Als onderdeel van de beoogde ruil zou Nederland de legerplaats Bubel in Noord-Brabant beschikbaar stellen voor een Duitse opleidingseenheid van gelijke grootte. Zo'n eenheid die zonder bezwaar diep in het NAVO achtergebied kon worden geplaatst, had geen behoefte aan een omvangrijk oefenterrein.De KL kon Budel, dat ten opzichte van de Noord-Duitse Laagvlakte nogal excentrisch lag, gemakkelijk missen. Op 9 maart 1962 verzocht Le Fe'vre de Montgny de staatssecretaris met deze kazerneruil akkoord te gaan.Calmeyer en Visser gaven hun instemming, zij het dat de minister met de bespreking van dit voorstel in de ministerraad wilde wachten tot na de afhandeling van de financiële gevolgen van de Berlijn maatregelen. Zodoende boog het kabinet zich pas op 29 juni over deze kwestie. Calmeyer zette uiteen dat de driehonderd huizen die in Budel voor de Duitsers beschikbaar moesten komen de enige kosten voor Nederland goed verdedigbaar waren, omdat door de verhuizing van Nederlandse militairen naar de Bondsrepubliek ook weer woonruimte vrijkwam. Het kabinet ging akkoord, hoewel de minister van Volkshuisvesting weinig gelukkig was met de extra woning die in Budel gebouwd moesten worden. Waar de drieduizend Nederlandse militairen in de BRD precies gelegerd zouden worden, bleef nog enige tijd onzeker. In het voorjaar en de zomer van 1962 passeerden locaties als Delmenhorst, Bremen, Verden, en Basum de revue. Pas in September presenteerde de nieuwe chef van de Generale staf, Luitenant-generaal A.V. van den Wall Bake, het plan de Lichte Brigade , die zich nog altijd in Hohne bevond, te vervangen door een versterkte pantserbrigade van 3.500 man. Deze eenheid zou grotendeels in de tussen 1956 en 1959 gebouwde legerplaats Seedorf gelegerd moeten worden. Het tankbataljon zou in Hohne onderdak moeten vinden, De Duitse regering stelde bovendien tweehonderd woningen in Seedorf en Bomlitz beschikbaar. Dit voornemen werd vervolgens snel ten uitvoer gelegd. Op 17 januari 1963 werd de Nederlands-Duitse overeenkomst over de ruil van Budel en Seedorf formeel gesloten.Twee weken later werd de Lichte Brigade opgeheven, waarna 41 Pantserbrigade en enkele aanvullende eenheden haar positie in de BRD gingen overnemen. In augustus verhuisde 103 Verkenningsbataljon als eerste naar de kaserne in Seedorf. Dat deze nieuwe legeringplaatsen ten oosten van de Weser lagen, kwam goed uit, omdat op 1 september 1963 de voorwaartse verdediging weer een flinke stap in de richting van de Oost-Duitse grens zou opschuivenNog voordat de kazerneruil definitief geregeld was, had minister Visser in de memorie van toelichting bij de defensiebegroting voor 1963 nogmaals op de noodzaak ervan gewezen. Om eventuele aarzelingen bij de Eerste en Tweede Kamer weg te nemen, beklemtoonde hij dat de voorwaartse verdediging aan belang had gewonnen nu van nucleaire gelijkwaardigheid sprake was. Voor Nederland was dit zelfs 'een onmiddellijke nationaal belang'. De Duitse herbewapening maakte nu een serieuze voorwaartse verdediging mogelijk en Nederland diende daaraan opverzoek van de SACEUR en vanwege ervaringen van de Berlijnse crisis zijn steentje te dragen. Binnen noch buiten de volksvertegenwoordiging bestond overigens bezwaren tegen de legering in de BRD. Dat kan niet gezegd worden van de veel gevoeliger keerzijde van de medaille, de legering van Duitse troepen in Budel. Eind 1963 was de stationering van de volledige 41 Pantserbrigade een feit, In de veertig jaar van haar bestaan zag de brigade vele veranderingen aan haar voorbijtrekken. Maatschappelijke veranderingen die ook de brigade zelf niet ongemoeid lieten. Keer opkeer waren kleine aanpassingen of grotere reorganisaties nodig om als brigade slagvaardig in te kunnen spelen op de nieuwe situatie. Uiteindelijk mondde dit uit in de 41 Gemechaniseerde Brigade. Een moderne, flexibele eenheid, die staat voor haar taak. Bron: In de schaduw van de Muur- Red. B.Schoenmaker en J.A.M.M. Janssen - Den Haag: SDU,1997 |
De redactie van de ‘Griffioen’, het nieuwsblad voor 41 Gemechaniseerde Brigade en de National Support Unit Seedorf, publiceert al enige tijd artikelen in een serie over het hoe en waarom van 40 jaar Seedorf. (PDF Format)
Het leek de redactie een aardig idee om delen van deze artikelenserie in meer of minder gewijzigde vorm over te nemen, omdat veel lezers van Carré op één of andere manier een binding hebben of gehad hebben met dat kleine stukje ‘Nederland’ op Duitse bodem.
De redactie van de ‘Griffioen’ wordt hartelijk bedankt voor haar welwillende medewerking.